Hoe is jouw kind hoogbegaafd?
Modellen, schema’s en theorieën
En dan blijkt je kind hoogbegaafd te zijn. Je leest erover. Komt waarschijnlijk in aanraking met ‘het Delphi-model‘, waarin hoogbegaafdheid (m.i. bijzonder goed) wordt gedefinieerd. Je leest boeken, verdiept je in kenmerken en ‘symptomen’, leert over onderpresteren, faalangst en misschien zelfs wel over de overexcitabilities (‘prikkelgevoeligheden’ / superstimulatieve gebieden of welke Nederlandse term er ook maar aan gegeven wordt) van Kazimierz Dabrowski. Je weet nu meer over hoogbegaafdheid dan het gros van de wereldbevolking. Dat is ontzettend waardevol!
(G)een handleiding bij hoogbegaafde kinderen
Maar weet je ook wat hoogbegaafdheid voor jouw kind betekent? Welke prikkelgevoeligheden jouw hoogbegaafde zoon of dochter precies wel en niet heeft, en in welke mate? En, als je dat dan weet, weet je dan ook HOE het zich uit? En op welk moment? In welke situatie? (Hoe) herken je de prikkelgevoeligheden in het dagelijks leven? Zie je de kruisverbanden tussen de overexcitabilities – heb je al kunnen achterhalen hoe de ’te prikkelen gebieden’ elkaar beïnvloeden?
Soms lijken we te willen dat er één handleiding is voor alle hoogbegaafde kinderen en jongeren. Jammer, maar die is er niet. Hoogbegaafdheid ziet er steeds weer anders uit. Als er één ding is dat je nog kunt of wilt leren over hoogbegaafdheid, dan is het wel dit: er zijn geen twee hoogbegaafde kinderen hetzelfde, zoals er simpelweg geen twee mensen hetzelfde zijn. Dat is niet ineens anders wanneer een kind of jongere hoogbegaafd blijkt te zijn.
Een voorbeeld:
Twee hoogbegaafde kinderen scoren hoog op de intellectuele, emotionele en psychomotorische overexcitability. Toch ziet hun kleurenpalet er heel anders uit. Ze verwerken prikkels op dezelfde gebieden diepgaand (=overeenkomst), maar wát hen prikkelt en hóe zich dat uit is individueel bepaalt (=verschil). Soms zit er overlap in, soms zal het verschillend zijn. Begeleiding moet alleen daarom al maatwerk zijn.
Hóe is jouw kind hoogbegaafd?
Want heel leuk, al die theorie. Maar dan komt de praktijk. Jouw kind, met zijn of haar eigen cognities, strategieën, gedragingen. Met zijn of haar eigen interesses en energiebalans. Met zijn of haar eigen ervaringen uit het verleden. En dat allemaal samen bepaalt hóe jouw kind hoogbegaafd is, en of er -en zo ja: waar- begeleiding bij nodig is.
Hoe is jouw kind hoogbegaafd?
(Of, als je het aandurft, hoe ben je het eigenlijk zelf?)
* * * * * * * * * * * * * * *
Wil je doorpraten over dit onderwerp? Ik ben maandelijks te vinden in het Bolwerk tijdens de gratis open inloop ‘Hoogbegaafd in Apeldoorn‘. Je mag me ook een mail sturen.