Meisje in het riet, kijkt de camera in.

Erbij willen horen

Meisje in het riet, kijkt de camera in. De geboorte van het individu

Wie zich ooit verdiept heeft in de ontwikkelingspsychologie, weet: de mens gaat door diverse stadia van (zelf)ontwikkeling. De baby die enkel reflexmatig kan handelen wordt, als de jaren maar verstrijken, op een dag de (hyper-)zelfbewuste adolescent, die zichzelf vragen over zijn/haar eigen leven stelt. Wie ben ik en hoe wil ik zijn? Wat kan ik en wie/hoe kan ik worden?

Het is het resultaat van een heleboel nature, een flinke dosis nurture en uitstekend mengproces waarin ‘alles op alles inwerkt’. Of, om in de geest van Bronfenbrenner te spreken: Alles hangt met alles samen.

En dan maar wachten. En kijken. En duwen. En kneden. En zuchten. En draaien. En puffen. En proeven. Een snufje zout. Een beetje peper. Wat komijnzaad. Koriander? Knoflook. Vooral geen sambal, of juist wel. Een beetje pit. Wat zachter juist. En dan, als alles dreigt te mislukken: de boel een nachtje (en nog een, en nog een, en nog een) laten rusten.

Groeien doen we op onze eigen tempo. Soms rijzen we vooral in de stilte van de nacht.

En dan, voilà: op een goede dag is het ineens een feit. Een individu. Een persoonlijkheid met eigen opvattingen, plannen, ideeën en inzichten. Een uniek proces dat alleen zó kon gaan, op deze manier, bij deze persoon. Het wonder dat Leven heet. Het wonder dat Jij bent.

Neurodivergent = niet goed?

Ik spreek regelmatig neurodivergente kinderen die denken dat er iets mis met hen is. Omdat ze anders functioneren, en daarmee ‘niet goed’. Het zijn psychologische processen die dit soort gedachten in ons triggeren: hoe we ons vergelijken met de mensen om ons heen. Hoe we -zeker als kind- gevoelig zijn voor boodschappen van buitenaf. Hoe we als mens gemaakt zijn om verbinding te zoeken met andere mensen, en -dus- maar denken dat het aan ons ligt als we niet passen. Dan kunnen we er tenminste nog iets aan veranderen.

Als ik hoogbegaafde kinderen vertel hoe uniek ze zijn, komen er soms tranen. Ze willen niet uniek zijn. Ze willen niet ‘anders denken’. Ze willen erbij horen. Of eigenlijk vooral: niet zo eenzaam zijn.

Ik bedoel met uniek niet: ‘bijzonderder dan anderen’. Ik bedoel niet: kijk jou eens speciáál en verheven zijn. Ik bedoel: kijk eens! Er zijn acht miljard mensen op de wereld en nog veel meer door alle eeuwen heen. En hier ben jij! Een van velen en toch is er maar één zoals jij. Een unieke mix van nature en nurture. Wat een wonder. Wat bijzonder. Dit is het Leven. Dit ben JIJ!

Maar ik snap het verdriet.

Natuurlijke basisbehoeften, ook als hoogbegaafd mens!

De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan stelt dat we als mens drie natuurlijke basisbehoeften hebben: Verbondenheid. Competentie. Autonomie. Die drie factoren zijn onze voedingsbodem. Bepalend voor onze intrinsieke motivatie. Onze éigen wil om iets van iets te maken.

Voel ik me verbonden, dat wil zeggen: in authentiek contact met de mensen en de wereld om me heen?
Voel ik me competent, dat wil zeggen: in staat om succesvol invloed uit te oefenen op het resultaat?
Voel ik me autonoom, dat wil zeggen: vrij om mijn eigen keuzes te maken?

Als de meerderheid jouw taal spreekt, is verbondenheid veel makkelijker. Als jouw keuzes binnen de normen liggen, is autonomie veel makkelijker. Als jouw vaardigheden binnen de kaders liggen, is het makkelijker om jezelf uit te drukken. Als hoogbegaafd, of eender welk neurodivergent persoon, is het altijd net iets meer zoeken. Met wie kun jij je écht verbonden voelen? Welke vaardigheden heb jíj eigenlijk, en durf je die te laten zien – ook als het veel specifieker, veel diepgaander is dan de mensen om je heen? Welke keuzes wil jíj voor jezelf en jouw leven maken, en hoever reikt jouw denken daarin?

Het zijn vragen die soms niet meer gesteld worden, omdat ‘het toch niet kan’. ‘Er toch geen plek is’.

De wereld zit niet op mij te wachten.
Ik ben te anders. Ik wilde dat ik -gewoon- normaal was. Net als jij.

Maar he… die jij…? Die is ook één van de acht miljard. Een unieke mix van nature en nurture. Een mengeling van snufjes zout en nachtjes rijzen. Er is geen Normaal.

Groeien doen we op ons eigen tempo.
Maar groei.

Groei.

Wie ben ik en hoe wil ik zijn? Wat kan ik en wie/hoe kan ik worden?

Het zijn jouw antwoorden. Het mógen jouw antwoorden zijn. En als je wilt, help ik je erbij.

www.avalena.nl/contact

Intens ouderschap.

Wie een hoogbegaafd kind heeft, weet: het is meestal niet de slimheid die voor de problemen zorgt. Het is niet de feitenkennis. Niet het altijd maar meer willen weten. Het zijn niet de vragen die je kind stelt, of inmiddels al geleerd heeft om niet meer te stellen. Het is niet de Saa(aaaaaaaahhhhhh!!!)aaiheid van alles. Het probleem zit hem niet op cognitief niveau.

Oh, ja, voor een deel wel:

Een kind dat niet voldoende wordt uitgedaagd, komt niet voldoende tot leren. Lesstof op maat is cruciaal om onderpresteren bij hoogbegaafde kinderen te voorkomen.

Maar dat is School. En hier, in deze blog, heb ik het niet over school. Niet over compacten en verrijken, niet over hogere leerdoelen en projectmatig werken. Ik heb het over jou, als ouder, in contact met je kind. En dan is het niet de slimheid die voor de grootste uitdagingen zorgt.

Het is de intensiteit.

Kinderen zijn spiegels.

Iedere ouder heeft triggers in contact met zijn of haar kind, vaak voortvloeiend uit eerdere ervaringen.

  • Misschien triggerden de slapeloze nachten van je baby eerdere momenten dat je je wanhopig voelde: “Ik kan dit niet!”
  • Misschien zorgde je aanhankelijke dreumes soms voor een beklemmend gevoel of voelde je boosheid bij je alwéér-niet-luisterende (of: niet-gehoorzame?) peuter. “Niemand luistert ooit naar mij!
  • Misschien voelde je schaamte bij de publiekelijke driftbui van je kleuter.
  • Misschien voelde je zelftwijfel bij je pre-puber. Heus, je weet wel dat je niet de méést stomme mama óóit bent… maar oh. Niet lief zijn, niet aardig gevonden worden… ook dát kan een trigger zijn, als je als kind zelf vooral Lief & Aardig werd geacht te zijn.

Het is misschien niet leuk, maar wel heel normaal dat je kind op je pijnpunten duwt. Je wordt geconfrontreerd met je eigen zelfbeeld, met overtuigingen en opvattingen die je -onbewust- uit je eigen jeugd hebt meegenomen. Door je ervan bewust te worden, kun je ernaar kijken. Wat wordt er in mij geraakt? Klopt het wat ik denk? Is dit ‘van nu’ of speelt er oud zeer mee in mijn reactiepatronen? Metavragen die zelden zo simpel zijn als ze hier nu staan, juist ómdat we emotioneel getriggerd zijn geraakt. Het kan hard werken zijn. Altijd al, voor iedere ouder. “This parenting thing is so easy! said no parent ever”…

Spiegels keer tien.

Maar dan heb je een hoogbegaafd kind. Een slim kind, ja, maar meer nog: een intens kind.

Bij hoogbegaafde, en dus intense, kinderen komt de wereld binnen. In ideeën, concepten, gedachten, beelden. In gevoelens, stemmingen en sferen. In woorden, in geluiden, in licht en in donker. In hardheid. In zachtheid. In alle complexiteit en intensiteit van ons bestaan. Er is een voortdurende wisselwerking tussen (de rijkgevulde) Binnenwereld en (de volop-waargenomen) Buitenwereld.

Ze hebben hoogten en diepten die weinig mensen (her)kennen: in hun denken, in hun voelen, in hun handelen, in hun Zijn.

Altijd. Overal. Dat wil zeggen: ook ’s nachts (weinig slaap nodig, onrustige nachten, veel te verwerken, dromen / nachtmerries, moeite in slaap te vallen, volle hoofdjes, een immer actieve geest). Ook bij het opstaan (vroeg wakker, meteen AAN en volle bak vooruit). Ook aan de keukentafel. Ook bij het tandenpoetsen. Ook op een kinderfeestje. Ook bij muziekles. Ook tussen mensen waar ze geen connectie mee voelen. Ook als ze lijfelijk moe zijn. Ook als ze gaan logeren. Ook als ze liever thuisblijven.

Ook als ze behoefte hebben aan autonomie, en altijd autonomer dan kan / mag / ‘maatschappelijk gangbaar is’ of ‘bij hun leeftijd past’.
Ook als ze zich niet serieus genomen voelen. Ook als ze tegen ‘onrechtvaardige’ regels en grenzen aanlopen. Ook als ze zich niet gehoord voelen. Ook als ze zich veroordeeld voelen. Ook als ze zich moeten conformeren (maar dat niet willen. Niet kunnen. Niet doen.) Ook als ze zich anders en eenzaam voelen. Ook als ze je vertellen wat goed, maar vooral ook: niet goed voor hen is. Als ze je hard danwel zacht laten weten: “Dit past niet bij mij.”

Ieder kind heeft unieke behoeften. Bij hoogbegaafde kinderen liggen deze behoeften regelmatig buiten de gestelde parameters van onze maatschappij. Ze rammelen aan ‘hoe het hoort’ en daarmee ook -hard- aan jouw verwachtingen, overtuigingen, ervaringen.

“Mag ik desondanks volledig MIJ zijn?”

Ze zijn je spiegel, maar dan keer tien.

En jij, als ouder van zo’n intens, hoogbegaafd kind?

Jij ziet het allemaal: het kind dat zoekend, worstelend, dansend, twijfelend en standvastig zijn weg naar buiten baant. Je helpt het sturen: jóuw kind dat vloekend en tierend en huilend en lachend en bruisend en zingend zijn eigen pad zoekt.

Ze willen zoveel. Ze kunnen zoveel. Maar oh: wat ben jij nodig, lieve ouder. Om hen te leren die intensiteit te (h)erkennen, te eren en te leren kanaliseren. En om, in dat prachtige en soms stormachtige proces zelf te blijven staan. Met al jouw triggers. Al jouw moeheid en je moeite. Al jouw bagage, ervaringen, pijn. Maar ook: met al jouw talenten, al jouw vaardigheden, al jouw geleerde lessen. Met alles wie jíj bent.

Jij bent de begeleider op het pad van jouw kind. Niet om hen te leren hoe ze met hun slimheid kunnen omgaan, maar om hen te zien, in én met al die intensiteit, en te zeggen:

“Ik zie je en ik hou van je. Altijd. Overal. En onvoorwaardelijk veel.”

Je hoogbegaafde kind is je spiegel keer tien. Een uitdagend, stormachtig, groots, machtig mooi proces. Dat wil zeggen: als je durft te kijken.

Durf jij?

***

Het opvoeden van een kind dat het leven zo intens beleeft, vraagt om bewust ouderschap. Klinkt mooi, is het ook. Maar makkelijk? Dat zeker niet (altijd). Merk je dat je hier graag eens over wilt praten? Avalena is er ook voor jou. Ik hoor graag wat ik voor je kan betekenen.

Woman in broken mirror

Hallo Maatschappij

Hier ben ik dan. Ze noemen me Hoogbegaafd. Ik weet dat het klopt, maar ik noem mezelf niet graag zo. Mensen hebben er zo’n beeld bij. Jij hebt er zo’n beeld bij. Bij mij.

Hoogbegaafd. Dan zal ik wel heel slim zijn.

Of juist heel zonderling. Die nerd. Die jongen die de hemel gaat bestormen. Het meisje dat van wiskunde houdt. Degene die altijd met zijn neus in de boeken zit. Of juist, die ene persoon die nooit ergens voor hoeft te leren. Eén keer met mijn ogen knipperen en ik kan alles. Weet alles. Altijd, overal. Ik ben immers Hoogbegaafd.

Het is niet zo. Ik weet niet alles.

Ik kán niet alles. En hoe graag ik ook de wereldproblematiek zou willen oplossen, de kans is groot dat ook ik niet DE oplossing zal hebben. Waarom niet? Omdat ik weet wat ik niet weet (en dat is véél!). Omdat Alles met Alles samenhangt, en juist dát is wat ik zie. De wereld in al haar veelzijdigheid, al haar complexiteit, al haar verscheidenheid. Er is zelden één antwoord. De wereld is zoveel complexer dan dat, hoe ingewikkeld die boodschap voor velen ook is.

Jij maakt het graag zwart-wit, Maatschappij.

Door mij neer te zetten als De Nerd, De Zonderling, De Arrogante, De Allesweter reduceer je mij tot één klein aspect van wat hoogbegaafdheid zou kúnnen zijn – al dan niet aangedikt, verdraaid of niet-kloppend bij mij als persoon. Door me één zelfstandig naamwoord te geven, vergeet je te kijken naar mij als geheel. En weet je? Ik weet dat het zo werkt in deze maatschappij. Ik verwacht niet van je dat je me Ziet, omdat ik weet dat je me niet kúnt zien.

Maar het doet wel pijn.

Als ik voor een moment je ogen denk te mogen ontmoeten, alleen maar om te merken dat het -toch weer- jezelf was die je zag.

Je denkt te weten wie ik ben. Maar wie ben ik dan, als je mij niet kunt zien?

Hoogbegaafd noemen ze mij.

Of, als ze dat niet weten: Anders. Die Nerd. Die Betweter. Dat drukke kind. Die gevoelige jongen? Die rare. Labels zonder inhoud, als je mijn naam niet kent.

Je denkt te weten wie ik ben. Maar als je niet verder kunt kijken dan je eigen vooroordelen, zul je steeds alleen jezelf zien.

Ik heb je lief, maatschappij. Voor alles wat je bent en vooral: voor alles wat je zou kunnen zijn. Ik zie je potentie en geloof in je kracht. Zul je ooit hetzelfde zeggen over mij?

Eén ding is zeker:

We hebben nog een lange weg te gaan.

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

Herkenbaar? Meer weten? Contact?
www.avalena.nl

Handen op elkaar

Waarom Samen Hoogbegaafd?

Meedoen met Samen Hoogbegaafd?

Niet omdat je gek bent. Niet omdat je raar bent. Niet omdat je geen vrienden hebt of omdat je het niet zelf kunt. Niet omdat je jezelf zo geniaal vindt.

Waarom dan wel?
Waarom zou je meedoen aan de Samen Hoogbegaafd-groep?

Omdat je (vermoedelijk) hoogbegaafd bent. Omdat je graag andere hoogbegaafde kinderen ontmoet, of juist: omdat je sociaal contact spannend vindt. Omdat je zo diep nadenkt, over alles. Omdat je alles stérk hebt: intense gedachten, sterke emoties, diepe denkprocessen. Omdat je je soms eenzaam voelt, niet begrepen door de mensen om je heen.

Omdat je mentaal uitgedaagd wilt worden. Vragen wilt mogen stellen. Iemand wilt ontmoeten die door je heen kan prikken, dóórvraagt, zelfs als je je ‘sociaal wenselijke’-masker opzet. Omdat je zo enorm bruisend bent! Omdat je graag leert, speelt en ontdekt. Of juist: wanneer je dat ooit deed, maar ergens onderweg verloren bent.

Waarom Samen Hoogbegaafd? Omdat je gezien wilt worden voor wie jij bent.

Omdat de plusklas alleen niet genoeg is. Omdat je (vermoedelijk) hoogbegaafd bent en dat al een tijdje weet. Omdat je nog maar net vermoedt dat het zo zou kunnen zijn. Omdat je jezelf graag beter wilt leren kennen. Omdat je dat niet alleen hoeft te doen.

In al die gevallen kan Samen Hoogbegaafd iets voor je zijn. Twijfel je? Heb je vragen? Mail me!

De eerstvolgende GelukkigHB/ Samen Hoogbegaafd-groep start op zaterdagochtend 19 maart in het Bolwerk in Apeldoorn. We komen zes keer samen, gemiddeld om de twee à drie weken. 

Lees ook:
> Algemene informatie Samen Hoogbegaafd
> Samen Hoogbegaafd gaat van start!

Groep jonge mensen

Samen Hoogbegaafd gaat van start!

Er bestaan andere kinderen zoals jij

“Er bestaan zelfs káártjes over mij!” zegt ze. Ik zie haar ogen groter worden. “Niet alleen kaartjes”, zeg ik. “Er bestaan andere kinderen zoals jij.”

Voor veel hoogbegaafde kinderen is het een wonderlijke ontdekking: ze zijn níet de enige die denken zoals zij. Zo ‘gek’. Zo beeldend, associërend, invoelend. Zo anders.

Ze snappen het zelf ook niet. Want ze hebben heus wel vrienden (soms, vaak, meestal). En het is best oké in de klas (op zich, soms, een beetje.) Maar het is zo saai. En zo simpel. En zo …zucht… hoe leg je dat nou uit?

Omgaan met anderen

Soms zijn ze bang om fouten te maken. Of om dom gevonden te worden. Of juist: om het beter te weten dan anderen. Want: horen ze er dan nog wel bij? Horen ze er überhaupt wel bij? Veel hoogbegaafde kinderen hebben (wel eens) de ervaring gehad als (Te) Anders te worden beschouwd, met alle gevolgen van dien.

Klaarwakker de nacht in

En dan dat hoofd! Het ratelt en grapt en associeert en springt van de hak op de tak. De hele dag door. Het staat nooit, nooit, nóóit stil. (Bijna nooit dan.) Regelmatig stopt het ook ’s avonds niet, als ze eigenlijk willen (of moeten) slapen. Omdat ze nog zo nadenken over alles wat er die dag is gebeurd. Of: omdat er angsten zijn waar ze zich niet zo goed raad mee weten. Omdat ze zich zo goed kunnen voorstellen hoe het is als dit-of-dat gebeurt. Hoe vreselijk dat zou zijn.

Spiegels voor elkaar

Hoogbegaafde kinderen zijn intense (be)levers. Ze zijn, vrijwel zonder uitzondering, bekend met zelftwijfels, faalangst en enig besef van anders-zijn. Ze kennen vaak sterke emoties, die ruimte nodig hebben om begrepen en verwerkt te worden. Het zijn -tegen de heersende verwachting in- vaak geen zonderlinge kinderen: hoogbegaafde kinderen kunnen behoorlijk sociaal zijn. Maar dat levert -helaas- niet altijd het begrip op dat zijzélf nodig hebben.

Hoogbegaafde kinderen hebben spiegels nodig. Spiegels om, via de ander, zichzelf in te kunnen herkennen. “Dit ben ik. En zo mag ik zijn.” Plekken om andere hoogbegaafde kinderen te kunnen ontmoeten. Want ja: “Er bestaan andere kinderen zoals jij.”

Wees heel welkom bij Samen Hoogbegaafd. De eerstvolgende groep start op zaterdagochtend 19 maart (6x, +/- om de drie weken) in het Bolwerk, Ravelijn 55 in Apeldoorn. Meld je aan via het contactformulier.

Tot ziens!

Wanneer de scholen starten

Wanneer de scholen starten.

Vol hernieuwde moed pak je je rugtas. Misschien gaat het dit jaar anders. Misschien wordt het nu beter. In een andere klas. Met een andere leraar. Een schooljaar ouder, een schooljaar wijzer en een hele zomer waarin je adem hebt gehaald.

De wil om te leren weer hebt gevoeld.

Wanneer de scholen starten.

Je stapt de klas in. Zoekt een plekje. Nog even denk je: “Kom maar op!” maar al in de eerste week voel je het weer. Hoe het was. De sááiheid van alles. De kloof met je klasgenoten. Geen aansluiting. Geen begrip. Niet gehoord. Niet gezien.

En daar is ook de angst, de boosheid, het verdriet, de onmacht, de frustrátie. Dat je weer een heel jaar moet. Dat je nóg een heel jaar moet. Zonder uitzicht op anders. Zonder uitzicht op beter. De moed is inmiddels tot diep in je schoenen gezakt. Lusteloos. Lethargisch. Bored-out.

En dan moet het schooljaar nog beginnen.

Geloof jij nog dat het anders kan?
Ik wel.

Wees welkom, lieve hoogbegaafde leerling. Of eigenlijk: lief hoogbegaafd jong mens, met zoveel kwaliteit en zoveel potentie. Ik weet hoe moeilijk de start kan zijn. En ik zie je. In je worsteling, in je onmacht, in je ongeloof.

Avalena is er voor je. Ik ben er voor je.

Met al mijn vertrouwen in jou.

Stuur je me een berichtje? Dan kijken we samen hoe het anders kan.

Omdat niemand anders kon

Ik doe dit werk met mijn hele hart. Soms misschien wat onconventioneel, maar altijd met een scherpe blik op het wáárom: hoogbegaafde kinderen zien in hun Zijn, en vanuit daar begeleiden naar hun plek in deze maatschappij.

Zoals het hoort?

Ik snap het wel, maar kan er weinig mee. Maatwerk, dát is hoe het hoort. Want ieder kind is net weer een beetje anders, vraagt net weer een beetje meer dit, of dat, of, zus, of zo. Ik kan en wil niet anders dan iedere keer opnieuw zo helder mogelijk kijken:

Wie ben jij, wat heb je nodig, (hoe) kan ik je daarin begeleiden?

Niet omdat niemand anders wílde…

En dan komt het soms ook voor dat ik geraakt word. Geraakt wanneer er zo’n prachtig sensitief, intens (be)levend mens voor me zit, die -amper een decennium op deze wereld- zó is afgeknapt. Zó niet gezien, zó niet begrepen, zó radicaal vastgelopen in zichzelf en ‘het systeem’. Niet omdat niemand anders wilde, maar omdat niemand anders kon.

En dan denk ik steeds en steeds opnieuw:

Er is nog een wereld te winnen op het gebied van hoogbegaafdheid.
Want echt: het kán anders. Sterker nog: dat moet. We zijn het hen verplicht om onze eigen kaders te bevragen, om buiten de gebaande wegen te durven denken en zo daadwerkelijk van waarde te zijn. Om hen niet in een systeem te proppen waar ze niet inpassen, maar om samen te kijken:
Wat heb je nodig? Hoe kom je verder? Wat kunnen we daarin samen doen?
Aan de slag.
Praktijk voor Hoogbegaafdheid en Hoogsensitiviteit in Apeldoorn

Kersteditie Open Inloop ‘Hoogbegaafd in Apeldoorn’

Vrijdag 13 december vindt alweer de vierde Open Inloop ‘Hoogbegaafd in Apeldoorn‘ plaats in Wijkcentrum Het Bolwerk, Ravelijn 55 (1e verdieping, ruimte 2) in Apeldoorn. Met de kerstdagen in aantocht belooft het een bijzondere keer te worden.

Hoogbegaafdheid en de feestdagen

Net zoals altijd is de inloop bedoeld voor iedereen met interesse in en/of vragen over hoogbegaafdheid. Ouders, kinderen, jongvolwassenen… iedereen is welkom. Misschien heb je speciale vragen rondom hoogbegaafdheid, prikkelverwerking en de feestdagen. Of wellicht heb je gewoon zin in een een kopje koffie, kerstkransje en een goed gesprek?

Wees van harte welkom tijdens de laatste Inloop van 2019!

Vooraf aanmelden mag, maar is niet nodig.

Tot vrijdag 13 december om 10:00 uur!

De wereld in het klein

“Ik haat jou echt, jongen!” Zojuist heeft de degene aan wie de uitspraak is gericht, zijn vierde muizenschedeltje gevonden. Dit wordt hem niet in dank afgenomen door zijn tafelgenoot, die hard zijn best doet om in al het uilenballengepluis zijn eigen muizige bouwpakket bij elkaar te sprokkelen. Zijn opbrengt is niet eens karig. Hij vindt werveltjes, bekkenbeentjes, achterpootjes en zélfs een incidenteel schedeltje. Maar geen víer, hoe hard en hoe enthousiast hij ook pluist.

Bad luck. Soms zit er gewoon niet meer in, hoe hard je ook je best doet. Je hebt simpelweg ‘de mindere* kaarten’ toebedeeld gekregen. En hoe ga je daar dan mee om?

* ‘Minder’ is natuurlijk een subjectief begrip. Maar als je doel is om veel muizenschedeltjes te vinden, dan baal je wanneer de kopjes niet rijkelijk in jouw uilenbal terug te vinden zijn.

Omgaan met teleurstelling

“Ik haat jou! Ik haat jou echt, jongen!” De negenjarige pechvogel maakt zijn ongenoegen duidelijk kenbaar. Wat had híj graag diegene willen zijn die een schedeltje had ontdekt…

In een split second analyseer ik de situatie. De hoogbegaafde ontvanger reageert stoïcijns. De hoogbegaafde zender heeft, ondanks zijn muizenis, een grote glimlach op zijn gezicht. Er hoeft duidelijk niet gedeëscaleerd te worden – deze twee zijn cool met elkaar. Mooi. Toch vind ík het nog niet oké.

Sterke emoties verwoorden

“Die uitspraak vind ik best heftig”, zeg ik daarom. “Kan je dat ook anders zeggen? Volgens mij bedoelde je het als grapje, maar het is toch niet erg aardig zo.

“Ik hou van je!” roept de pechvogel nu naar zijn tafelgenoot. Vrolijk, en overduidelijk niet écht boos. Aardig om te zeggen, inderdaad, maar ik vind zijn nieuwe woorden een béétje te veel van het goede. Hij mag immers best recht doen aan zijn eigen teleurstelling – bij voorkeur zonder daarmee een ander zijn geluk te misgunnen. Veel tijd om daarop door te gaan is er echter niet. The lucky one strikes again met wéér een prachtig muizenbotje. “Ik háá…” reageert de pechvogel. Hij stopt abrupt en weet even niet hoe verder.

“Wat fijn voor je dat je weer zoiets moois hebt gevonden!” vul ik aan. “Echt heel leuk! Dat gun ik je héél erg.” We lachen, overdrijven, maken er een grapje van. Daarna kijken we samen naar alles wat híj al gevonden heeft. Verschillende soorten muizenbotjes prijken op zijn blad. “Ik ben de expert!” roept hij enthousiast. Het muizenpluis vliegt me om de oren.

Hogere emotionele wiskunde

Steeds weer wil ik kinderen meegeven dat er niets mís is met hun emoties. Ook niet als ze sterk zijn. Ook niet als ze er soms hard, bot, ongemakkelijk, onhandig, plompverloren of juist nog nauwelijks uitkomen. Het geeft aan dat ze nog niet weten hoe het anders kan. En juist dat kunnen we oefenen.

Daarbij geldt: intens belevende kinderen hebben intens gevoelde emoties. Natúúrlijk komt dat er sterk uit. Soms op een manier die we niet wenselijk vinden. Dan kunnen we gedrag bijsturen zonder het kind en diens emotie te veroordelen. Want het gaat niet om veroordeling, boosheid of misgunnen. Het gaat niet om goed of fout. Dat is even simpel als bevrijdend. Want dan hoeft niemand te worden veroordeeld, en niemand te worden gehaat. Het kan, met een beetje training, allemaal naast elkaar bestaan.

Voor veel mensen is dit hogere emotionele wiskunde. Maar als een negenjarige het kan leren, kunnen we het allemaal. Dat vind ik een heerlijk hoopvolle gedachte.

Het is even simpel als bevrijdend:

Niemand hoeft te worden veroordeeld. Niemand hoeft te worden gehaat. Onze emoties kunnen, met een beetje training, allemaal naast elkaar bestaan.

 

* * * * * * * * * * * * * * *

Lukt het je hoogbegaafde kind om zijn sterke emoties te reguleren? Vind je het soms lastig om onwenselijk / intens gedrag bij te sturen? Als je wilt, kijk ik graag met jullie mee. Stuur me meteen een mail of kijk eerst bij het uitgebreide aanbod (voor kinderen, voor jongeren, voor ouders.)

Hoe is jouw kind hoogbegaafd?

Modellen, schema’s en theorieën

En dan blijkt je kind hoogbegaafd te zijn. Je leest erover. Komt waarschijnlijk in aanraking met ‘het Delphi-model‘, waarin hoogbegaafdheid (m.i. bijzonder goed) wordt gedefinieerd. Je leest boeken, verdiept je in kenmerken en ‘symptomen’, leert over onderpresteren, faalangst en misschien zelfs wel over de overexcitabilities (‘prikkelgevoeligheden’ / superstimulatieve gebieden of welke Nederlandse term er ook maar aan gegeven wordt) van Kazimierz Dabrowski. Je weet nu meer over hoogbegaafdheid dan het gros van de wereldbevolking. Dat is ontzettend waardevol!

(G)een handleiding bij hoogbegaafde kinderen

Maar weet je ook wat hoogbegaafdheid voor jouw kind betekent? Welke prikkelgevoeligheden jouw hoogbegaafde zoon of dochter precies wel en niet heeft, en in welke mate? En, als je dat dan weet, weet je dan ook HOE het zich uit? En op welk moment? In welke situatie? (Hoe) herken je de prikkelgevoeligheden in het dagelijks leven? Zie je de kruisverbanden tussen de overexcitabilities – heb je al kunnen achterhalen hoe de ’te prikkelen gebieden’ elkaar beïnvloeden?

Soms lijken we te willen dat er één handleiding is voor alle hoogbegaafde kinderen en jongeren. Jammer, maar die is er niet. Hoogbegaafdheid ziet er steeds weer anders uit. Als er één ding is dat je nog kunt of wilt leren over hoogbegaafdheid, dan is het wel dit: er zijn geen twee hoogbegaafde kinderen hetzelfde, zoals er simpelweg geen twee mensen hetzelfde zijn. Dat is niet ineens anders wanneer een kind of jongere hoogbegaafd blijkt te zijn.

Een voorbeeld:
Twee hoogbegaafde kinderen scoren hoog op de intellectuele, emotionele en psychomotorische overexcitability. Toch ziet hun kleurenpalet er heel anders uit. Ze verwerken prikkels op dezelfde gebieden diepgaand (=overeenkomst), maar wát hen prikkelt en hóe zich dat uit is individueel bepaalt (=verschil). Soms zit er overlap in, soms zal het verschillend zijn. Begeleiding moet alleen daarom al maatwerk zijn.

Hóe is jouw kind hoogbegaafd?

Want heel leuk, al die theorie. Maar dan komt de praktijk. Jouw kind, met zijn of haar eigen cognities, strategieën, gedragingen. Met zijn of haar eigen interesses en energiebalans. Met zijn of haar eigen ervaringen uit het verleden. En dat allemaal samen bepaalt hóe jouw kind hoogbegaafd is, en of er -en zo ja: waar- begeleiding bij nodig is.

Hoe is jouw kind hoogbegaafd?
(Of, als je het aandurft, hoe ben je het eigenlijk zelf?)

* * * * * * * * * * * * * * *

Wil je doorpraten over dit onderwerp? Ik ben maandelijks te vinden in het Bolwerk tijdens de gratis open inloop ‘Hoogbegaafd in Apeldoorn‘. Je mag me ook een mail sturen.